MONO en Amenti over de kloof tussen nieuwe makers en het Cultuurplan

Nieuws

Een van de aanbevelingen aan het stadsbestuur was om grassroots-makers meer aandacht te geven in de subsidieverdeling voor 2020-2024. Toch hebben twee jonge organisatoren, Shirin Mirachor (MONO) en Gil Gomes (danser-choreograaf) na lang twijfelen geen aanvraag gedaan voor het Cultuurplan. “Ik was ontzettend lang uitleg aan het geven over onze doelgroep. Er is sprake van een generatiekloof.”

Wederom een nieuw artikel in onze serie over grassroots makers in samenwerking met onze vrienden van Vers Beton. Veel leesplezier!

Lees het originele artikel hier.

Een van de aanbevelingen aan het stadsbestuur was om grassroots-makers meer aandacht te geven in de subsidieverdeling voor 2020-2024. Toch hebben twee jonge organisatoren, Shirin Mirachor (MONO) en Gil Gomes (danser-choreograaf) na lang twijfelen geen aanvraag gedaan voor het Cultuurplan. “Ik was ontzettend lang uitleg aan het geven over onze doelgroep. Er is sprake van een generatiekloof.”

Eind januari spreek ik danser en choreograaf Gil Gomes Leal (ook wel Gil the Grid) in een repetitieruimte, die hij antikraak huurt aan de Dordtselaan. Een plek die hij en zijn dansers ‘met pijn en moeite’ vonden nadat ze enkele weken eerder waren weggestuurd uit een pand in Rotterdam-Zuid.

Gil (28) is oprichter van het Rotterdamse urban dansgezelschap Amenti Collective. Het collectief heeft als missie om anderen te inspireren om zichzelf te ontwikkelen door middel van dans en beweging. Het verlaten van hun ruimte in de Machiniststraat in Zuid was voor het collectief een zware tegenvaller: “We zaten daar goed, en waren net gestart met lessen. Midden in een intensieve workshopweek kregen we het bericht dat we er binnen drie weken uit moesten zijn. Deze ruimte is eigenlijk te groot en te duur, maar gelukkig kunnen we het delen met een andere kunstenaar.”

Identiteiten
Aan de andere kant van de stad heeft MONO zich afgelopen jaar juist kunnen ontwikkelen dankzij hun vaste plek. “Toen de mogelijkheid zich aandiende om MONO in maart 2019 over te nemen, zag ik dat echt als kans om een vaste thuisbasis te creëren”, vertelt Shirin Mirachor (32), artistiek directeur van MONO, als ik haar spreek in december. Haar plek in het Zomerhofkwartier is uitgegroeid tot een populaire, multifunctionele ruimte. Het is een club, hang-outplek, expositieruimte en evenementenlocatie. Kunst, cultuur, media en activisme: alles komt in MONO bijeen. Daarnaast dient het als ‘huis’ voor de beweging (A)wake en creatief bureau GET ME, die Shirin beide aanstuurt.

“Onze bezoekers hebben verschillende culturele achtergronden en bewegen zich tussen verschillende scenes”

“(A)wake is de motor achter alle culturele programma’s. Het startte aanvankelijk als een online platform om nieuwe stemmen te vertegenwoordigen. Maar we merkten dat onze offline events veel mensen aanspraken, we groeiden uit tot een hechte community. Ook wilden steeds meer gevestigde instellingen met ons samenwerken. Hierdoor ontstond de behoefte voor een vaste plek,” licht Shirin de beginfase toe.

MONO is een laagdrempelige plek voor, zoals Shirin beschrijft, de nieuwe stemmen en inbetweeners van Rotterdam. “Onze bezoekers hebben verschillende culturele achtergronden, en vaak meerdere identiteiten. Zij bewegen zich tussen verschillende scenes. Deze plek sluit daarbij aan omdat hij evengoed multi-interpretabel is: de één ziet dit als een dansvloer, de ander gebruikt de ruimte als verlengstuk van haar woningkamer. Je kan bij ons makkelijk de meubels verplaatsen en je de ruimte letterlijk toe-eigenen.”

Succes loont nog niet
De afgelopen jaren ontwikkelde Gil zich van talentvolle danser ook tot dansmaker: hij debuteerde in oktober met de theatervoorstelling Ayahuasca. Behalve voorstellingen verzorgt hij met Amenti Collective lessen en workshops in het binnen- en buitenland. Desondanks is er, vanwege de problemen met huisvesting, veel onzekerheid. Gil: “Een paar jaar hadden we onderdak in het HiphopHuis, maar zij zeiden uiteindelijk ‘jullie moeten ons ontgroeien’. En dat begrijp ik: they have to get by as well.”

Veel van zijn tijd en energie steekt Gil nu in het op orde krijgen van ‘de basis’, alle organisatorische zaken. “We vechten voor een vaste plek. Zolang we niet zeker weten hoe lang we ergens mogen blijven, kunnen we ook nergens in investeren.” Het gaat ten koste van de tijd die hij kan besteden aan dans én zijn gezondheid: hij is herstellende van een burn-out. “Ik werd er letterlijk ziek van, want ik wil me met dans bezighouden en niet met beleid. Maar ik kan geen kunst maken, als ik eerst moet overleven.”

“We werken met rauw talent en nieuwe makers, maar omdat we ze weinig kunnen bieden, gaan ze ook weer weg”

Het gebrek aan structurele subsidie, zoals organisaties die zijn opgenomen in het Cultuurplan krijgen, ervaren beiden als een struggle om verder te professionaliseren. Want ondanks het succes van MONO, kampt Shirin nog steeds met de nodige (starters)problemen: “Het gaat goed, naar omstandigheden. Momenteel werken we vooral met projectsubsidies. Dat is lastig, want soms zijn de voorbereidingen van een event al gestart, terwijl we nog wachten op de toezegging van een fonds. Zowel Shirin als Gil hebben moeite met het vasthouden van talent. Shirin: “We werken met rauw talent en nieuwe makers die zich niet thuis voelen binnen de witte instituten. Maar omdat we ze eigenlijk niets kunnen bieden, gaan ze ook weer weg.”

Gil herkent deze frustratie. Toen hij begon als danser was hiphopchoreograaf Lloyd Marengo zijn mentor. Een rol die hij ook graag wil vervullen voor zijn leerlingen. “In hiphop geldt: reach one, teach one. Ik zou mijn leerlingen graag helpen bij het verwezenlijken van hun dromen, maar ik heb niet de middelen om zes jonge dansers fulltime te betalen. Ik vind het zelf al moeilijk om als danser rond te komen.”

Lampje aan
Voor beiden lijkt een aanvraag voor structurele subsidie een logische stap, nu de cultuurgelden voor de komende vier jaar verdeeld worden1. Maar op het moment dat dit interview plaatsvindt, een week voor de deadline, twijfelt Gil nog of hij een aanvraag gaat indienen voor het Cultuurplan 2021- 2024. De wil om onafhankelijk te zijn en de angst om veel concessies te moeten doen, houden hem tegen.

Gil: ”De afgelopen acht jaar deden we alles zelf: het binnenhalen van gigs, organiseren van workshops en de marketing. Pas toen iemand mij in 2014 wees op subsidies, ging er een lampje branden: dat is ook een manier om projecten van de grond te krijgen. Toch ziet hij op tegen het schrijven van een Cultuurplanaanvraag. “Mijn kunstvorm is niet makkelijk in woorden te smeden. En eigenlijk ben ik het zat om verbaal uit te leggen wat ik met mijn lichaam kan doen.”

Taal van de fondsen
Shirin wijst op het geluk dat er iemand in haar team is die de “taal van de fondsen spreekt”, waardoor het de afgelopen jaren gelukt is om verschillende subsidies binnen te slepen. Vooralsnog krijgt ze steun van nationale fondsen zoals de Stichting Democratie en Media.

Het indienen van een aanvraag voor het Cultuurplan ziet zij op dat moment, in december, nog als een must. “We zitten qua groei inmiddels wel een beetje vast. Daarnaast is het moeilijk om je te verhouden tot de sector als je geen slagkracht of middelen hebt. Zonder structurele subsidie blijf je heel afhankelijk en onprofessioneel.” En bovendien: “Als je mensen die hier werken een kans wilt geven, dan moet je hen ook écht iets kunnen bieden.”

“We gooien bij onze achterban hogere ogen bij samenwerking met een merk als Daily Paper, dan met de Kunsthal”

Een van de criteria waar alle Cultuurplanaanvragen de komende periode op beoordeeld worden, is het aangaan van intensieve en structurele samenwerkingen2 met andere culturele instellingen of sectoren in de stad. Hoe kijkt Shirin daar tegenaan? “Ik ben vóór samenwerking, maar in veel gevallen is die niet duurzaam. Het gaat even goed totdat de financiële middelen op zijn. Veel gevestigde instellingen spreken van een ‘grote kans’ als wij met hen mogen samen werken. Maar we gooien bij onze achterban hogere ogen door een samenwerking met een merk als Daily Paper dan met de Kunsthal.”

Ook de nadruk op diversiteit en inclusiviteit bij de beoordeling van de aanvragen vindt ze bedenkelijk. “Je krijgt daardoor toch een beetje onnatuurlijke constructies. Waarom zou een organisatie als de Doelen heel veel geld krijgen om een divers publiek te bereiken? Dat geld kan beter besteed worden aan partijen waarbij diversiteit een vanzelfsprekendheid is, zodat zij verder kunnen professionaliseren.”

Niet ingediend
Uit een WhatsAppberichtje van Gil een paar weken later, na het verstrijken van de deadline voor het Cultuurplan, blijkt dat hij geen aanvraag heeft ingediend. “Er was te weinig tijd om een goed plan te schrijven. We focussen ons nu op projectsubsidies.” Het collectief richt zich allereerst op het vinden van een nieuwe vaste locatie. Ze zoeken hierbij steun bij de gemeente en verschillende instanties, vooralsnog zonder succes: “We worden steeds van het kastje naar de muur gestuurd. We gingen langs bij het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Ze zouden nog een keer langskomen; it did not happen. Tot nu toe kregen we niet die warme embrace van de gemeente, die je bij een mooie organisatie zoals die van ons had mogen verwachten.”

“Wij hebben geluk met de mensen die we om ons heen verzameld hebben”, zegt Shirin. Gevestigde namen uit de sector, zoals Hajo Doorn (oprichter van WORM) hebben zich aan MONO verbonden. Ze blijven op de achtergrond: “Dat is heel belangrijk, want daarmee maken ze letterlijk plek voor nieuwe makers. Zij zeiden ‘jullie zijn de gezichten van de organisatie en bepalen de koers. Wij zetten ons netwerk, kennis en expertise in.’” Het is informatie die Shirin bewust wilde vermelden in haar begeleidende brief bij de aanvraag voor het Cultuurplan. “Het is fijn om deze namen te kunnen noemen, omdat de beoordelaars zich waarschijnlijk in hen herkennen en dezelfde taal spreken.”

Wal en schip
Het liep anders. In een telefoongesprek met Shirin een maand later, blijkt dat haar aanvraag voor het Cultuurplan op de plank is blijven liggen. De reden: ze raakte gedemotiveerd na een gesprek bij de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) waarin ze haar plannen aan de directeur voorlegde.

“Er werd gevraagd tot welk kunstdomein wij behoren, maar onze activiteiten zijn fluïde en niet te beperken tot één domein. Daarnaast was ik ontzettend lang uitleg aan het geven over onze doelgroep. Er was sprake van een generatiekloof.” De directeur vroeg zich af of een vierjarige subsidie voor ons eigenlijk niet te zwaar was, herinnert Shirin zich. “Ik ben al meer dan tien jaar in de cultuursector actief, en dan wordt er gedaan alsof je net komt kijken.”

Tegelijkertijd was ze druk met de organisatie van het nieuwe kunstfestival New Radicalism. “Ik moest afwegen waar we onze energie in gingen steken. Ons team is klein en een aanvraag afronden kost veel tijd.”

De zoektocht naar financiering gaat dus onverminderd door: “Onlangs spraken we de gemeente over de Impulsregeling3. Maar daarvoor moet je minimaal twee jaar een stichting zijn. Dat geldt voor ons niet. We vallen dus ontzettend tussen wal en schip.”

Auteur: Caterine Baeten
Beeld: Khalid Amakran

Ander nieuws

nieuws
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Meld je aan voor de nieuwsbrief!
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.